Bij het leveren van goederen of diensten kan het zijn dat je als bedrijf garantie verstrekt. In de administratie is het dan van belang om deze verplichting in te schatten en vervolgens te verwerken. In dit artikel gaan we hier nader op in.
Allereerst is het belangrijk om te weten dat een garantievoorziening een balanspost is. Hij staat aan de creditzijde van de balans. Met de garantievoorziening geef je inzicht in de eventuele verplichting om garantiewerkzaamheden uit te voeren.
Er zijn een tweetal methodes om een garantievoorziening te bepalen:
- Dynamische methode
- Statische methode
Dynamische methode
Bij de dynamische methode berekenen we de toevoeging aan de voorziening door een percentage te nemen van een bepaalde grootheid. Hiervoor wordt vaak de omzet gebruikt. Een voorbeeld is om 2% te hanteren van de omzet over een maand. Wanneer je dus een omzet over januari hebt van € 100.000 dan voeg je € 2.000 (€ 100.000 x 2%) toe aan de garantievoorziening. Gemaakte kosten voor garantiewerkzaamheden komen vervolgens in mindering op deze voorziening.
Het is wel van belang om ook als directie goed in te schatten hoe hoog de voorziening moet zijn. Dit kan bijvoorbeeld per kwartaal- of jaarafsluiting.
De boeking van een toevoeging gaat als volgt:
Grootboek en omschrijving | Debet | Credit |
06xxx (balans) Toevoeging garantievoorziening | € 2.000 | |
4.xxx (winst-en-verlies) Toevoeging garantievoorziening | € 2.000 |
Statische methode
Bij de statische methode wordt er geen methodiek gehanteerd zoals een percentage van de omzet. De directie gaat na voor welk bedrag aan garantievoorziening opgenomen moet worden en vervolgens wordt deze boeking gemaakt. De boeking gaat hetzelfde als bij de dynamische methode.